Onze advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht in Amsterdam is onder meer gespecialiseerd in het verschil tussen een arbeidsovereenkomst en een overeenkomst van opdracht (ZZP). In de praktijk levert het onderscheid tussen deze overeenkomsten vaak een probleem op, in die zin dat een opdrachtnemer achteraf kan stellen dat er feitelijk geen opdrachtovereenkomst, maar een arbeidsovereenkomst is gesloten. Als er sprake blijkt te zijn van een arbeidsovereenkomst heeft dat vergaande gevolgen. Zo kan de opdrachtnemer zich op het standpunt stellen dat hij bij ziekte dient te worden doorbetaald en ook kan hij in dat geval aanspraak maken op de wettelijke ontslagbescherming.
Gezagsverhouding
Om te kunnen voldoen aan de werking van een arbeidsovereenkomst, moet een overeenkomst aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo moet er in de eerste plaats sprake zijn van een gezagsverhouding. Dat betekent dat de opdrachtgever de werknemer bindende aanwijzingen mag geven aan de ZZP-er, die verder gaan dan alleen betreffende de uitvoering van de opdracht. Verder moet duidelijk zijn dat er wordt gewerkt tegen betaling. In de rechtspraak wordt in dit soort gevallen niet alleen gekeken naar wat partijen op papier hebben gesteld, maar ook hoe partijen in de praktijk met deze overeenkomst zijn omgegaan. Als er gewerkt wordt met een factuur waarover btw wordt afgedragen, zal de rechter er vaak vanuit gaan dat er sprake is van een opdrachtovereenkomst.
Feitelijke uitvoering van de overeenkomst
In een recente uitspraak van rechtbank Zeeland West-Brabant komt het verschil tussen een opdrachtovereenkomst en een arbeidsovereenkomst weer aan de orde. Het betrof een geschil tussen een schipper en een bevrachter van binnenschepen. De bevrachter stelde zich op het standpunt dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst. Volgens de rechter is het uitgangspunt dat partijen die een overeenkomst sluiten, deze overeenkomst op verschillende wijzen kunnen inrichten. Of er sprake is van een arbeidsovereenkomst, moet niet alleen worden gekeken naar hetgeen de partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, maar ook, zoals boven aangegeven, naar de manier waarop zij feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven.
Arbeid tegen beloning
De rechter stelde vast dat de bevrachter gedurende een periode van meer dan drie maanden tegen beloning arbeid heeft verricht. Op grond van artikel 7:610a BW bestaat daarom het rechtsvermoeden dat hij de arbeid krachtens een arbeidsovereenkomst heeft verricht. De rechter stelde verder vast dat echter niet was gebleken dat beide partijen bij het aangaan van hun contract een arbeidsovereenkomst hebben beoogd. Bij aanvang was er immers nog sprake van een overeenkomst van opdracht, en pas in de procedure wordt de stelling ingenomen dat partijen beoogd hadden een arbeidsovereenkomst te sluiten. De rechter oordeelde tenslotte dat er geen sprake is van een zodanige feitelijke uitvoering van de overeenkomst dat toch een arbeidsovereenkomst moet worden aangenomen.
Persoonlijk verrichten van werkzaamheden
Wel oordeelde de rechtbank dat dat de werkzaamheden persoonlijk zouden worden verricht. Belangrijker vond de rechter echter dat onvoldoende gesteld en gebleken was dat er tussen partijen een gezagsverhouding bestond, die verder strekte dan een relatie van opdrachtgever en opdrachtnemer zoals bedoeld in een opdrachtovereenkomst. De aanwijzingen die werden gegeven, vallen binnen de gebruikelijke aanwijzingsbevoegdheid van een opdrachtgever. Overigens was er feitelijk steeds sprake van één vaarroute, zodat afgevraagd kan worden of er sprake was van een echte aanwijzing.
De eisende partij had in dit geval BTW facturen gestuurd en er had geen afdracht met loonbelasting en sociale verzekeringspremies plaatsgevonden. Verder is niet gesteld of gebleken dat er bij ziekte werd doorbetaald, of vakantiegeld en vakantiedagen werden betaald. De feitelijke uitvoering van de overeenkomst spoorde in dat opzicht volgens de rechter niet met het bestaan van een arbeidsovereenkomst.
Op grond van dit alles oordeelde de de kantonrechter dat het rechtsvermoeden voldoende was ontzenuwd. Aangenomen moet dus worden dat partijen niet hebben beoogd een arbeidsovereenkomst aan te gaan en evenmin op een zodanige wijze feitelijk aan hun overeenkomst uitvoering hebben gegeven. De vordering werd afgewezen.
Holistische visie: arbeidsovereenkomst of ZZP
In veel uitspraken (o.a. de uitspraken over de pakketbezorgers van PostNL (ECLI:NL:RBNHO:2015:11230, Rechtbank Noord-Holland van 18 december 2015) wordt verwezen naar de conclusie van AG Van Ballegooijen in het arrest De Gouden Kooi die de lijn van de rechtspraak (jurisprudentie) van de Hoge Raad in dit soort gevallen samenvat als volgt:
“Uit de jurisprudentie (…) volgt dat het bij de vraag of een arbeidsovereenkomst dan wel een overeenkomst van opdracht is gesloten, gaat om een totaaloordeel van de gezamenlijke omstandigheden. Een en andermaal overweegt de Hoge Raad dat:
niet slechts gelet moet worden op hetgeen partijen (aanvankelijk) bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond,
maar ook op de wijze waarop zij feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven en aldus inhoud hebben gegeven aan het overeengekomene.
Daarbij is niet één enkel kenmerk van een bepaalde rechtsverhouding beslissend, maar moeten de verschillende rechtsgevolgen die partijen aan hun verhouding hebben verbonden in onderling verband worden bezien.”. Dit wordt wel de holistisch visie genoemd.
Voor juridisch advies en informatie over het verschil tussen een arbeidsovereenkomst en een overeenkomst van opdracht (ZZP), kunt u contact opnemen met onze gespecialiseerde advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht in Amsterdam, mr. P.Chr. Snijders.
Contact met advocaat arbeidsrecht Amsterdam over opdrachtovereenkomst
Zoekt u betrokkenheid en een direct, persoonlijk contact met een ervaren specialist arbeidsrecht? Bel onze gespecialiseerde advocaat arbeidsrecht en ontslagrecht in Amsterdam voor vragen en juridisch advies over arbeidsrecht, ontslag en alle andere arbeidsrechtelijke problemen.
Comments